Groottecriteria voor ondernemingen: de impact op belastingtarieven en neerlegging jaarrekening

In ons land worden de groottecriteria van een onderneming gebruikt om onder meer de belastingtarieven en de neerlegging van de jaarrekening te bepalen.

De grootte van uw onderneming wordt bepaald aan de hand van drie criteria: de jaaromzet, het balanstotaal en het aantal werknemers. Afhankelijk van deze criteria wordt een onderneming ingedeeld in een van de volgende categorieën: micro-, kleine, middelgrote of grote onderneming.

Hebt u een micro- of kleine onderneming? Dan geniet u als zaakvoerder lagere belastingtarieven en moet u met minder strenge regels rekening houden voor de neerlegging van de jaarrekening.

Midden maart 2022 publiceerde de Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN) een nieuwe versie van haar advies over de criteria waaraan een kleine onderneming moet voldoen.

Een vennootschap die op balansdatum van het laatst afgesloten boekjaar niet meer dan één van onderstaande criteria overschrijdt, wordt gekwalificeerd als kleine vennootschap:

Jaargemiddelde van het aantal werknemers: 50

Jaaromzet (exclusief btw): 9.000.000 euro

Balanstotaal: 4.500.000 euro

De microvennootschap is een subcategorie van de kleine vennootschap. Dit is een kleine vennootschap die op balansdatum géén dochter- of moedervennootschap is en die niet meer dan één van onderstaande criteria overschrijdt:

Jaargemiddelde van het aantal werknemers: 10

Jaaromzet (exclusief btw): 700.000 euro

Balanstotaal: 350.000 euro

Middelgrote en grote ondernemingen hebben doorgaans hogere belastingtarieven en moeten voldoen aan strengere regels voor de neerlegging van de jaarrekening.

Voor de neerlegging van de jaarrekening geldt dat u als micro- of kleine onderneming een vereenvoudigde jaarrekening mag neerleggen, terwijl middelgrote en grote ondernemingen een volledige jaarrekening moeten neerleggen.


Nieuws

Als een werknemer kosten maken in opdracht van, of ten voordele van zijn werkgever, dan zal de werkgever die kosten in principe terugbetalen. Dergelijke betalingen zijn 'kosten eigen aan de werkgever'. Ze zijn niet belastbaar in hoofde van de werknemer en zijn gewoon aftrekbaar in hoofde van de werkgever. In principe moet de werknemer de echtheid en het bedrag van de uitgave bewijzen, maar er bestaan uitzonderingen, zoals voor verblijfskosten.

Mobiliteit en duurzaamheid gaan alsmaar vaker hand in hand. Ook op fiscaal vlak zien we dat beide thema's nauwer op elkaar afgestemd worden, onder meer via de wet inzake de 'fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit' die de federale regering twee jaar geleden publiceerde.

Betaalde u in 2022 in een andere EU-lidstaat btw voor beroepsmatige uitgaven, zoals een tankbeurt of deelname aan een vakbeurs? Dan kunt u deze btw onder bepaalde voorwaarden terugvorderen, al verloopt dit niet via uw gewone btw-aangifte.