Detachering naar België: strengere regels

Op 30 juli 2020 werd de Europese Detacheringsrichtlijn (2018/957) van toepassing in België. De omzettingswet verscheen op 18 juni ll. in het Staatsblad. Omdat België voorheen al strenge regels toepaste, zijn er niet zo veel nieuwigheden. Maar wie met buitenlands personeel werkt, moet toch opletten.

Buitenlands personeel

België ontvangt jaarlijks zowat 200.000 gedetacheerde werknemers. De meeste komen uit Nederland. Polen en Duitsland vervolledigen de top 3 van landen van herkomst van dergelijke “gedetacheerde personeelsleden”.

We kennen in België al langer het principe dat een buitenlandse werknemer voor hetzelfde werk, hetzelfde loon moet krijgen als zijn Belgische collega. Hiermee wordt sociale dumping tegengewerkt.
Dat was niet over gans Europa het geval en in die zin was de Europese Detacheringsrichtlijn een belangrijke stap voorwaarts. Dankzij de richtlijn geldt voortaan in alle landen het principe dat gedetacheerde werknemer recht heeft op een verloning volgens het nationale recht van de lidstaat waar ze gedetacheerd zijn. Die verloning moet bovendien alle beloningscomponenten omvatten. Het is dus niet beperkt tot het minimumloon maar wel het loon zoals het bepaald wordt bij wet of via cao's.
De beloningscomponent wordt trouwens uitgebreid met huisvestingsvoorwaarden en de terugbetaling van reiskosten. De extra-vergoedingen die de werknemer ontvangt omwille van de detachering vallen niet onder die beloningscomponent.

België

Zoals gezegd is de omzetting van de nieuwe richtlijn in het Belgisch recht minder revolutionair. Het principe van gelijk loon voor gelijk werk was hier al van toepassing. De regels inzake feestdagen, inzake arbeidsduur of inzake arbeidsveiligheid waren al langer even goed van toepassing voor buitenlandse werknemers als voor Belgische.

Maar er zijn toch enkele nieuwigheden die door de omzetting nu ook in België van toepassing worden.

Vanaf de 13de maand van de detachering worden de loon- en arbeidsvoorwaarden nog verder uitgebreid. In feite komt het er op neer dat als de detachering langer duurt dan 12 maanden, de arbeidsovereenkomst van het land van oorsprong wordt omgezet in een overeenkomst van het gastland. Dit houdt bijvoorbeeld in dat vanaf 30 juli 2020 het gewaarborgd loon in geval van ziekte moet toegepast worden.

Op dit principe zijn er ook uitzonderingen: de voorwaarden en procedures met betrekking tot het sluiten en stopzetten van de arbeidsovereenkomst worden geregeld volgens het recht van het land van oorsprong. Dat geldt evenzeer voor aanvullende pensioenregelingen.

Om misbruiken te vermijden voorziet de wet dat als de gedetacheerde werknemer wordt vervangen door een andere gedetacheerde werknemer met hetzelfde takenpakket en op dezelfde plaats, de duur van de verschillende detacheringen moeten worden opgeteld om te bepalen of men al dan niet boven de 12-maanden-periode komt.

Ondernemingen die in België gebruik maken van gedetacheerde werknemers die hen ter beschikking gesteld worden door bijvoorbeeld buitenlandse uitzendbureaus, moeten die interimbureaus informeren over de loon- en arbeidsvoorwaarden die van toepassing zijn. Die informatie zal door de overheid beschikbaar worden gesteld. De database die terug te vinden is op http://www.minimumlonen.be wordt daartoe aangepast.

Boetes in geval van inbreuken kunnen oplopen tot 4.000 euro per betrokken werknemer.

Transportsector

De nieuwe richtlijn is niet van toepassing op de transportsector. Het Europees Parlement bereikte over die sector een apart akkoord. In afwachting van een richtlijn geldt daar dus nog de oude detacheringsrichtlijn.

Nieuws

De gestegen rente maakt pensioensparen voor zelfstandigen weer aantrekkelijk. Wij nemen de diverse vormen van sparen via de tweede en derde pijler onder de loep.

Bij een nieuw (fiscaal) jaar hoort een nieuwe jaarkalender. In dit overzicht zetten we alle belangrijke data (deadlines btw-aangiftes, bedrijfsvoorheffing, ...) van het eerste kwartaal op een rij. Handig!

De Wet diverse fiscale en financiële bepalingen van 20 november 2022 breidt de controle- en aanslagtermijnen voor inkomstenbelastingen in bepaalde situaties uit waarmee de belastingadministratie rekening moet houden.