Wat met de statuten en akten van burgerlijke vennootschappen?

Sinds 1 november 2018 maken we geen onderscheid meer tussen handelsvennootschappen en burgerlijke vennootschappen. Voortaan spreken we enkel over vennootschappen. Beoefenaars van vrije beroepen die een vennootschap oprichtten, kozen traditioneel voor een burgerlijke vennootschap. Dit burgerlijk karakter van de vennootschap staat vermeld in haar statuten. Moeten de burgerlijke vennootschappen hun statuten nu aanpassen?

Het verdwijnen van het onderscheid tussen handelsvennootschappen en burgerlijke vennootschappen is een gevolg van het afschaffen van het begrip handelaar door de wet van 15 april 2018 tot hervorming van het ondernemingsrecht. De bepaling in het Wetboek van vennootschappen dat stelde dat de burgerlijke of handelsaard van een vennootschap wordt bepaald door haar doel, is dan ook geschrapt.

Gevolgen voor de statuten

Wat is de impact van die schrapping voor vrije beroepers (dokters, apothekers, advocaten, architecten, boekhouders, accountants, ...)? En wat met patrimoniumvennootschappen, landbouwvennootschappen, vennootschappen voor bosbeheer, enz. die burgerlijke vennootschappen zijn?

Minister van Justitie Koen Geens is duidelijk. Het opheffen van het “burgerlijk karakter” vereist geen statutenwijziging. “De burgerlijke vennootschappen met handelsvorm worden eenvoudige vennootschappen die de vorm van een bvba of een nv aannemen. Het is overbodig om de statuten daarvoor aan te passen, omdat dat van rechtswege zal gebeuren. De statuten kunnen worden aangepast wanneer een andere wijziging zich opdringt.” (CRABV, Beknopt Verslag, 54 PLEN 222, 29 maart 2018, p. 27)

De aanpassing van de rechtsvorm gebeurt dus automatisch door de inwerkingtreding van de nieuwe wet. Dit slaat op alle rechtsvormen van vennootschappen; niet alleen op de bvba of de nv.

Gevolgen voor akten en facturen

Artikel 78 van het Wetboek van vennootschappen bepaalt dat alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen, brieven, orders, websites en andere stukken, al dan niet in elektronische vorm, uitgaande van vennootschappen de volgende gegevens moeten vermelden:

1° de naam van de vennootschap;
2° de rechtsvorm, voluit of afgekort;
3° de nauwkeurige aanduiding van de zetel van de vennootschap;
4° het ondernemingsnummer;
5° het woord “rechtspersonenregister” of de afkorting “RPR”, gevolgd door de vermelding van de zetel van de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen de vennootschap haar zetel heeft;
6° in voorkomend geval, het feit dat de vennootschap in vereffening is

Sinds 1 november 2018 moeten deze stukken niet langer, in voorkomend geval, de woorden “burgerlijke vennootschap met handelsvorm” vermelden.

Nieuws

Als een werknemer kosten maken in opdracht van, of ten voordele van zijn werkgever, dan zal de werkgever die kosten in principe terugbetalen. Dergelijke betalingen zijn 'kosten eigen aan de werkgever'. Ze zijn niet belastbaar in hoofde van de werknemer en zijn gewoon aftrekbaar in hoofde van de werkgever. In principe moet de werknemer de echtheid en het bedrag van de uitgave bewijzen, maar er bestaan uitzonderingen, zoals voor verblijfskosten.

Mobiliteit en duurzaamheid gaan alsmaar vaker hand in hand. Ook op fiscaal vlak zien we dat beide thema's nauwer op elkaar afgestemd worden, onder meer via de wet inzake de 'fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit' die de federale regering twee jaar geleden publiceerde.

Betaalde u in 2022 in een andere EU-lidstaat btw voor beroepsmatige uitgaven, zoals een tankbeurt of deelname aan een vakbeurs? Dan kunt u deze btw onder bepaalde voorwaarden terugvorderen, al verloopt dit niet via uw gewone btw-aangifte.